Hans en Harry
Hans (met het kortste haar) en Harry wonen allebei in een prachtig huis aan een gracht in Amsterdam. Bij beiden staat het huis vol kunst. Je kijkt je ogen uit.
Ze zijn 67 jaar en geboren op Soerabaja. Er is ook nog een jonger zusje. Toen ze negen jaar waren, werd hun vader overreden door een legertruck en overleed. Moeder ging alleen met de kinderen naar Nederland.
Omdat er geen vader meer was, hing moeder erg aan Hans, de oudste en gaf hem veel verantwoordelijkheid. De mannen denken zelf dat daarom hun karakters nogal verschillend zijn geworden. Hans de rustige, serieuze, Harry de belhamel, de opstandige, de clown. Harry kan er niet zo tegen dat zijn broer alles zo serieus neemt. Hij heeft de neiging daar nogal tegenaan te schoppen.
Op school was Hans een succes, meteen de baas van de schoolkrant, altijd de leider etc. Zijn leven ging in een rechte lijn naar de top. Harry voerde weinig uit en belandde op de MAVO. Dat bleek een vergissing want inmiddels is hij emeritus hoogleraar vasculaire geneeskunde. Daarnaast was hij hoofd van zijn afdeling. Ook Hans is geneeskunde gaan studeren. Hij is kinderarts geworden en kwam later in de Raad van Bestuur van het Erasmusziekenhuis. Bij hem was de keuze voor geneeskunde ingegeven door het feit dat ze thuis zo’n fijne huisarts hadden die iedere week op bezoek kwam en waarschijnlijk verliefd was op hun moeder. Harry heeft de andere studies gewoon afgestreept. Geneeskunde bleef over. Beiden zijn inmiddels gescheiden en hebben kinderen en kleinkinderen.
Ooit is de tweeling onderzocht op identiciteit en daar kwam uit dat ze niet eeneiig zijn, maar eenzadig. Dat wil dus zeggen dat een (razendsnelle) zaadcel zich net voordat hij de eicel bevruchtte, deelde en ook een andere rijpe eicel bevruchtte. Eenzadig betekent dus dat alleen de genen die ze van hun vader geërfd hebben, identiek zijn. Als het onderzoek klopt (en het kan), en ze dus ontstaan zijn uit een soort superzaadcel, dan vind ik het niet gek dat ze het allebei zo ver hebben geschopt.
Hans betwijfelt of het onderzoek wel goed gedaan is, maar Harry is er zeker van.
Ze wonen vlakbij elkaar, maar zeggen zelf dat Amsterdam verdeeld is in dorpen en dat ze allebei in een verschillend dorp wonen. Daarom zien ze elkaar toch niet zo vaak. Misschien heeft het er ook mee te maken dat Harry, naar het mij voorkwam, enige moeite had met het feit dat hij en zijn broer een tweeling zijn. Ik voelde voortdurend iets van competitie tijdens het gesprek.
Laat een bericht achter